ColumnRob Schouten
Arnold Heertje was een geleerde die ook over mensen nadacht
Aan professor Arnold Heertje, die afgelopen weekend overleed, bewaar ik diverse herinneringen. Zo noemden wij hem in huiselijke kringen altijd Peertje, een soort samentrekking van professor en Heertje, en wij mochten dat doen, vonden wij, omdat mijn toenmalige vriendin voor hem werkte en dus vaak thuiskwam met Peertje dit, Peertje dat.
Ik vond hem een interessante werkgever, zo’n bekende man die ik heimelijk bewonderde. Want ik was nogal gecharmeerd van zijn meningen in zaken waar ik ook wel in geopinieerd had willen zijn, zoals de Betuwelijn, die hij geldverkwisting vond en het feit dat economie ook over levensgeluk en vrije tijd moest gaan. Terwijl in het woordenboek stond dat economie een wetenschap was die zich bezighoudt met de voortbrenging en verdeling van schaarse goederen en middelen.
Ik snapte er geen bal van
Goederen en middelen, dat klonk hard en tastbaar, maar deze professor telde ook moeilijker weegbare zaken erbij op. Dat maakte hem tot een soort economische wijsgeer en dat interesseerde me meer dan de econoom van dezelfde naam die ik op de middelbare school onder ogen had gekregen. Want ook ik werd aan zijn boek ‘De kern van de economie’ onderworpen en laat ik eerlijk zijn, ik snapte er geen bal van. Nog steeds word ik ’s nachts weleens zwetend wakker van het Punt van Cournot of een niet deugende spaarquote.
Het geval wilde dat in mijn tijd de economie verplichte ballast voor bijvoorbeeld het vak geschiedenis begon te vormen, en dat wilde ik juist gaan studeren. Mijn lerares geschiedenis, nota bene een leerling van Huizinga, vond dat het moest en dus schrapte ik, de geboren alfa, het vak Duits en ging economie volgen, een vak dat ook nog eens aan het eind van de middag, als je vrienden allang naar huis waren, werd gegeven. Ik wil er niet te veel aan terugdenken en had er dan ook een onvoldoende voor op mijn eindexamenlijst. Toen ik mijn beklag ging doen bij mijn leraar economie die van een zes voor schriftelijk en een vijf voor mondeling ten slotte een vijf als eindcijfer had gebakken, terwijl dat volgens mij een gemiddelde van vijfeneenhalf en dus een zes moest worden, zei deze dat hij met vreugde de mondelinge zes alsnog in een vijf wilde veranderen.
Ik vrees dat dit mijn kijk op de economie niet heeft begunstigd. De kern van de economie heb ik allang weggegooid maar Heertje bleef, nu niet als boeman op de middelbare school maar als een geleerde die ook over mensen nadacht, mijn favoriete soort. Ik heb ’m nooit ontmoet, maar het had gekund want na zijn professoraat ging hij nog lesgeven aan het Vossius Gymnasium waar mijn oudste dochter hem had kunnen volgen die echter te veel alfabloed bezat om er in te tuinen.
Ter gelegenheid van deze column keek ik even wat het Punt van Cournot nu eigenlijk is: het punt op de prijsafzetcurve waarbij de monopolist zijn maximale winst behaalt. Omdat het punt altijd op de linkerhelft van de prijsafzetfunctie zit, is de omzet niet maximaal. Bij een lagere prijs zal de omzet stijgen, omdat prijselasticiteit van de vraag in het punt van Cournot elastisch is. Ik snap het nog altijd niet.
Eerdere columns van Rob Schouten leest u hier.